Hoewel wij Amersfoorters meestal glimmen van trots als het over onze rijke geschiedenis gaat. Voelen we ons soms ook een beetje opgelaten. Zoals bij het verhaal over ‘de Kei’. Dit is hét verhaal van het Keikwartier, maar niet ons meest heldere moment. Daarom verstop ik die gênante affaire achter allerlei andere interessante weetjes. Maar, ik beloof je dat ik dit beschamende moment van Amersfoort ook met je deel. Pinky promise!

Het Keikwartier

Voor wie de deelgebieden van Amersfoort niet helemaal scherp heeft. Het Keikwartier beslaat de volgende straten: Arnhemsestraat, Koestraat, Koesteeg, Grote- en Kleine Haag, Achter de Arnhemse Poortwal, de Varkensmarkt en Slijkpoortsteeg. Naast een stuk geschiedenis, vind je in dit deelgebied gezellige boetiekjes en verschillende horeca.

De verdwenen stadspoort

Laat ik beginnen bij de Slijkpoortsteeg. Deze naam hangt samen met De Slijkpoort uit 1420. Het kreeg de naam slijk, omdat de bodem buiten de poort nogal drassig was. Het was een rechthoekige poort met leiendak en eenvoudige voorpoort. Ooit maakte het deel uit van de tweede ommuring, en te vinden aan het einde van de Arnhemsestraat. Het werd ook wel de Leusderpoort genoemd. Want via deze poort kon je naar kerk van Leusden lopen.

De Slijkstraat krijgt een nieuwe naam

Rond 1822 stortte een gedeelte van de stadsmuur in. Daarom werden acht jaar later de Slijkpoort en resten van de muur afgebroken om een plantsoen aan te leggen. De resterende materialen werden gebruikt voor de cavaleriestallen aan de Beestenmarkt en verharding van de weg naar Leusden. Later, in 1957 verdween ook de gracht en werd een rondweg om de stad aangelegd. Omdat de huidige Arnhemsestraat onderdeel was van de Slijkpoort, heette het vroeger de Slijkstraat. De bewoners vonden dat niet zo prettig klinken, daarom is de naam in 1888 veranderd in de Arnhemsestraat.

Leuk weetje: Achter de Arnhemse Poortwal zijn in 2014 sporen van agrarisch gebruik gevonden uit de 13e -eeuw. Waaronder een waterput en meer dan 3000 archeologische vondsten.

De Varkensmarkt

Dit is altijd een levendig plein geweest met verschillende markten. En zoals de naam verklapt, werden hier vroeger biggen verhandeld. Maar eerst was er een vismarkt. In 1552 kwamen er een turf- en varkensmarkt bij. Het plein heette tot 1552 het St. Joostenplein, en kreeg pas zijn huidige naam toen de varkensmarkt er naartoe verhuisde. In 1554 breidde het verder uit met een schapenmarkt. De vismarkt werd toen verplaatst naar de Ketelaarsbrug. En de biggen, die gingen uiteindelijk naar het Lieve Vrouwekerkhof.

Het Montmartre van Amersfoort

Sinds 1984 kun je op de Varkensmarkt het beeld van kunstenaar Marius van Beek, de Baadster en Torser, bewonderen. Er zijn al eventjes plannen voor vernieuwing van de Varkensmarkt. Het moet een sfeervol en groen plein worden, dat uitnodigt tot het pakken van een terrasje of maken van een praatje op een van de bankjes die er komen. Dat belooft een hoop gezelligheid! De naam ‘Het Amersfoortse Montmartre’ is al gevallen.

De Koestraat

In deze straat vond je vroeger een klein poortje, de Koepoort. Hierdoor werd het vee van de stadsboerderijen naar de weide buiten de stad gebracht. Daarom heet het hier Koestraat en Koesteeg. Ook vind je hier het Burgemeestershuis. Zo genoemd vanwege de eerste steen die op 15 juni 1860 werd gelegd door burgemeester A.G. Wijers. Het fungeerde toen als onderwijzerswoning, horende bij de Stadsarmenschool. Ooit zat hier restaurant Het Burgermeestershuys en tegenwoordig schuif je hier aan bij restaurant Peter & Selie.

Dé beruchte kei

Oké, oké… ik kom er niet onderuit, dus daar gaat ie. Bedenk, voordat je het leest, dat goedgelovigheid een kwaliteit is en ook iets moois en onschuldigs heeft.

In de zomer van 1661 vond Jonkheer Everhard Meyster, op de Leusderheide, een enorme zwerfkei. Hij wedde met zijn vrienden dat het hem zou lukken om de Amersfoorters zover te krijgen dat zij deze kei de stad in zouden slepen.

Bier en krakelingen

Met de belofte van bier en verse krakelingen, gingen 400 behulpzame en ietwat naïeve Amersfoorters aan de slag. Met slee en trekkracht werd het reusachtige gevaarte uiteindelijk de stad in gesleept. Dat was nog niet gemakkelijk. Eén man verloor zelfs zijn benen, omdat hij onder de kei terechtkwam. De zelfingenomen Meyster liet voor deze gebeurtenis een gedenkpenning slaan én schreef het gedicht Keyklucht. En of dat nog niet genoeg was, verwerkte hij in het huis dat hij in Utrecht liet bouwen, verschillende herinneringen aan zijn streek. Zo noemde hij het huis ‘De Krakeling’.

Een symbool van trots

Omdat het een grote grap bleek te zijn, werden de arme Amersfoorters erom uitgelachen en bespot. Tot op de dag van vandaag heet je, als je hier geboren bent, dan ook een keientrekker. Vervuld van schaamte begroeven de keientrekkers het onding in 1672 op de Varkensmarkt. Om hem pas in 1903 weer op te graven. Er was voldoende tijd verstreken en de Amersfoorters konden er inmiddels om lachen. De Amersfoortse Kei werd op een sokkel aan de Utrechtsestraat tentoongesteld, als symbool van trots. #omdenken

Zwerfkeien in de stad

In 1932 werd de kei verplaatst naar de Arnhemsestraat. En tijdens de Duitse bezetting is ‘ie tijdelijk ingegraven op de Hof, uit angst voor beschadigingen. Toen in de jaren zeventig de jaarlijkse Keistadfeesten begonnen, werd een aantal keren besloten om keien uit diverse Europese landen door de stad te trekken. Vandaar dat je in het plantsoen aan de Stadsring al die grote stenen tegenkomt.

Biertje!

Hoewel wij Amersfoorters in 1661 behoorlijk voor schut zijn gezet, mogen we ook trots zijn. Onze Amersfoortse kei weegt 7157 kilo, heeft een hoogte van 2 meter en een omtrek van 5,25. En die hebben onze voorouders toch maar mooi helemaal van de Leusderheide naar de stad gesleept. En dat maakt ons beresterk, vindingrijk, echte doorzetters en mensen die een hoop over hebben voor een biertje!

Heb je even fijn gegniffeld bij onze kei op de Arnhemseweg? Loop, als je uitgelachen bent, het Keikwartier in om te shoppen bij deze fijne winkels. En plof daarna neer bij een van deze leuke restaurants voor een lekkere lunch, taartje of diner.

Bron: Archief Eemland